Elke verandering lokt weerstand uit. Op zich is weerstand niet kwalijk. Integendeel, weerstand toont betrokkenheid. Stel je eens voor dat je een grote verandering aankondigt en dat iedereen gewoon de schouders ophaalt. Dan pas heb je een probleem.
Toch is weerstand best vervelend. En als je er niet goed mee omgaat, kan ze je verandering finaal doen mislukken. Daarom neem je weerstand maar beter ernstig.
De eerste stap is het begrijpen van weerstand. Waar komt weerstand vandaan?
Om dat uit te vlooien bestaat het letterwoord: SCARF. Het staat voor Status, Certainty, Autonomy, Relations en Fairness. Zo goed als alle weerstand is te herleiden tot een van deze vijf bronnen.
Raak je aan de status van medewerkers, dan krijg je gegarandeerd weerstand. Bijvoorbeeld bij de fusie van twee teams: wie van de twee leidinggevenden zal het nieuwe team mogen leiden, wie valt af?
Onzekerheid is eigen aan veranderen. Je neemt iets vertrouwds af en vervangt het door iets wat we nog niet kennen. Dat voelt niet comfortabel. Hoe meer onzekerheid, hoe groter de kans op (felle) weerstand.
Ook autonomie ligt erg gevoelig. Als medewerkers het gevoel hebben dat alles boven hun hoofd beslist wordt, krijgen ze het op hun heupen. Ontneem je medewerkers beslissingsruimte, dan gaan ze revolteren.
Hetzelfde geldt voor relaties. Een hecht team haal je niet zomaar uit elkaar.
Eerlijkheid, ten slotte, willen we allemaal. Als de medewerkers een aspect van de verandering niet eerlijk vinden – omdat teams ongelijk behandeld worden, bijvoorbeeld – dan krijg je weerstand.
Status, zekerheid, autonomie, relaties en eerlijkheid: ga er omzichtig mee om. Weet dat daar de bronnen van weerstand liggen. Eens je de bronnen geïdentificeerd hebt, is alles een stuk helderder en weet je wat er je te doen staat.
Nog meer weten over veranderingen, weerstand en hoe ermee om te gaan? Neem dan deel aan de webinar ‘Veranderingen? Zo ben je weerstand te snel af’ op 18 februari 2022.